De binnenstad revisited
Blog - 14 oktober 2015Het planbureau voor de leefomgeving maakt geen plannen voor de leefomgeving, maar verricht onderzoek waarover gepubliceerd wordt, zodat wij ontwerpers met kennis van zaken goede plannen kunnen maken. Als tenminste de beleidsmakers ook vinden dat er een plan nodig is. Het is daarom van belang dat onderzoeksresultaten helder voor het voetlicht worden gebracht.
De PBL-beleidsstudie ‘De Veerkrachtige Binnenstad’ is actueel en relevant, want binnensteden ‘staan onder druk’ zoals dat heet. Ze kampen bijvoorbeeld met leegstand van winkels en kantoren, die meer dan conjunctureel lijkt te zijn. Binnensteden kunnen niet gaan zitten afwachten hoe de retailstrijd tussen internet en de ‘fysieke winkel’ afloopt. Anderzijds hebben onze binnensteden voldoende kwaliteit en aantrekkingskracht om die strijd te overleven – zolang maar duidelijk wordt dat de binnenstad niet hetzelfde is als het winkelcentrum. ‘De Veerkrachtige Binnenstad’ benadrukt bijvoorbeeld het belang van wonen in de binnenstad, en van andere stedelijke voorzieningen.
Het is leuk om te lezen hoe studies over de binnenstad met de deur in huis vallen. De eerste zin van ‘De Veerkrachtige Binnenstad luidt: ‘De angst voor uitholling van de binnensteden is grotendeels ongegrond.’ Die geruststelling impliceert twee dingen: ten eerste dat er blijkbaar wel angst voor uitholling bestaat, maar ook dat ‘de binnensteden’ een begrip is, waarvan de lezer direct snapt wat er bedoeld wordt.
Dat heeft wel iets heel moois. Iedereen weet blijkbaar precies wat een binnenstad is. Het binnenstadsgevoel is sterk ontwikkeld bij ons, dank zij al die karaktervolle historische binnensteden die we in Nederland hebben. Daar hoort een ‘beleving’ bij, die wordt gedragen door een combinatie van factoren. De dichtheid en menging van functies, het uiterlijk van de gebouwen en de openbare ruimte, de geschiedenis. Dat zit allemaal diep in onze cultuur, en behoeft geen uitleg. En weten we dan ook precies waar de binnenstad begint en waar die ophoudt? En dan vervolgens ook welke functies erin zitten, hoe de binnenstad eruit ziet, en hoe groot die is? Of zou moeten zijn? En hebben nieuw gebouwde steden, die nooit stadswallen hebben gehad, ook een binnenstad?
Wat is 'De Binnenstad'?
Het rapport verschilt in die zin niet van andere stukken en discussies over de binnenstad: de gebrekkige definitie maakt vergelijkingen en conclusies onbetrouwbaar en onhanteerbaar. Een manco van de studie is dan ook dat er twee totaal verschillende ruimtelijke definities worden gehanteerd van ‘De Binnenstad’, namelijk het gebied binnen de singels (als die er zijn) versus ‘de centrale kern’ (als singels ontbreken omdat de stad nog niet zo oud is). Dan kun je geen oppervlakten, inwoneraantallen etc. vergelijken. Over welk gebied hebben we het nou precies? Wat is dan precies de centrale kern - is dat weer iets anders dan het stadscentrum? In Rotterdam ligt een groot deel van het centrum buiten de binnenstad. Trouwens, de meeste spoorstations zijn buiten de binnensteden gebouwd - zijn die stationsgebieden dan geen onderdeel van het studiegebied?
Het PBL wil in het rapport de stadscentra van Leiden en Arnhem vergelijken, en stelt vast dat de Leidse binnenstad met 192 ha ruim 2 x zo groot als die van Arnhem met 88 ha. Maar het eigenlijke centrum van Leiden beslaat maar een klein stukje van de historische binnenstad. Het grootste deel is gewoon woongebied. Daardoor worden vervolgens alle getallen waarmee gerekend is scheefgetrokken en onvergelijkbaar. Saillant detail: volgens het kaartje van Leiden hoort het stationsgebied dat buiten de singels ligt bij de binnenstad, die daardoor zo groot wordt dat de stippellijn zelfs van de kaart afloopt. Het stationsgebied hoort er dus bij, dat wil zeggen: tot de spoorlijn, dus de universitaire instellingen ten noorden van de spoorlijn weer niet. Waarom precies is dat dan geen binnenstad(-smilieu)?
Al zijn de producten van het PBL geen plannen, men streeft wel naar concrete conclusies en adviezen. Bijvoorbeeld: ‘Voorkom overmaat en handhaaf een ruimtelijk beleid dat vaststelt hoeveel vierkante meters op welke plek mogen worden gebouwd’. Maar dan moet toch wel heel duidelijk zijn wat er met begrippen als binnenstad, centrum of ‘centrale kern’ wordt bedoeld.
Daarom hier een pleidooi voor de kaart: laat nou maar per stad zien wat dan de binnenstad precies is. Als er zo’n stippellijn op de kaart wordt gezet als grens van de binnenstad, laat dan eens zien wat die precies betekent. Maak duidelijk wat dan het verschil is tussen het gebied binnen die stippellijn en erbuiten en waar je dat aan ziet.
Fysieke verschijningsvorm en programma
Waarom is dit belangrijk? We hebben het over zaken als ‘herkenbaarheid’, het onderscheidende van de binnenstad, het verschil tussen binnensteden onderling. Karakter, identiteit, imago en ‘branding’… Dan is het wel zo verstandig ook te beschrijven waar dan de binnenstad precies is, waar die begint en eindigt. Of een binnenstad in omvang zou kunnen groeien of krimpen en waar dan wel precies. De plek van die oude stadswallen is meestal nog herkenbaar, maar niet overal zijn ze ook de huidige grens van het stadscentrum. Wel is die fysieke herkenbaarheid een interessant en leerzaam gegeven. En sterk bepalend voor de perceptie van de binnenstad: blijkbaar is voor het PBL duidelijk waarom het gebied van en rondom het Universitair Medisch Centrum in Leiden geen onderdeel van de binnenstad is. Die herkenbaarheid gaat ook veel verder dan de wallen of stadsmuren zelf, want die zijn meestal verdwenen, vervangen door infrastructuur (in de vorm van een ringweg) of door een plantsoen. Maar er is een fysieke waarneembare begrenzing met een gebied erbinnen dat daardoor ook herkenbaar is, met een bepaalde plek in de stad en bepaald oppervlak. En het beeld van de bebouwing, de bebouwingsdichtheid, de straatprofielen verschillen doorgaans sterk binnen en buiten die zone van de voormalige wallen. Steniger, compacter, met een duidelijker onderscheid tussen openbaar gebied en private ruimte. Die verschillen maken het binnenstadsgevoel, die stedelijke atmosfeer die we allemaal herkennen (en waarderen) als stedelijk milieu. Als je een ‘binnenstad’ wilt maken in een nieuwe stad die nooit een omwalling heeft gehad, zijn dat behartenswaardige zaken.
Programma gebouwen en openbare ruimte op elkaar afstemmen
Die aaneengesloten winkelfronten, vroeger wel bestempeld als voorwaarde voor een succesvol winkelcentrum (stadscentrum? Binnenstad?), waar geen woningopgang tussen mocht zitten omdat dat de winkelomzet zou schaden - die winkelfronten blijken niet zaligmakend te zijn. Niet op zichzelf in elk geval. En zijn ze ook wel altijd en overal zo aantrekkelijk? Zitten we nog te wachten op al die ketens met hun logo’s en etalages in huisstijl, overal hetzelfde, en geheel niet passend bij de historische gevels erboven? Voor een levendige, functionerende, succesvolle binnenstad is in elk geval meer nodig, en het is dan ook tijd om ons erop te beraden wat dan precies. Hoe kun je binnenstadsstraten maken, of transformeren, als de hoeveelheid winkels waarvoor een zinnig draagvlak is, niet alle straten van zo’n etalagefront kan voorzien? Kun je woningen of andere functies zo vormgeven dat ze geen storende onderbreking maar een passende, positieve bijdrage leveren aan de binnenstad? En dan zodanig dat ook de woonkwaliteit met privacy, uitzicht etc. in orde is? Hoe zorg je dat caféterrassen andere binnenstadsfuncties niet hinderen?
Maatwerk
Nou vooruit, hier dan ook maar een drietal adviezen. Het eerste zal niemand meer verbazen: Definieer ‘Binnenstad’. Maak duidelijk of het huidige stadscentrum bedoeld wordt of de historische binnenstad. Laat op een kaart zien waar het gebied begint en eindigt en hoe groot het is. Dat is maatwerk.
Ten tweede: Benoem de kwaliteiten waaraan de binnenstad kan worden herkend: de fysieke begrenzingen met overgangszones, entreegebieden (poorten?) en aanloopstraten, de kenmerkende profielen van straten en pleinen, de inrichting van de openbare ruimte, de verschijningsvorm en de functies van de gebouwen. Dat is maatwerk.
Ten derde: Maak een plan. Fijne binnensteden zijn dynamische gebieden, waar andere tijden steeds zullen vragen om vernieuwing terwijl bestaande kwaliteiten het behouden waard zijn. Daar zit spanning op. Bovendien is de binnenstad met zijn voorzieningen het gebied dat voor alle stedelingen en bezoekers interessant is, terwijl de belangen van de binnenstadsbewoners en –ondernemers niet uit het oog verloren moeten worden. En zo kunnen ook bereikbaarheid en verblijfskwaliteit op gespannen voet met elkaar staan. Daar is afstemming nodig. Dat is ontwerpwerk. En maatwerk vanzelfsprekend.
Jan Oosterman plaatste deze reactie om 20 oktober, 2015
Helder en duidelijk verhaal. Als je een plan maakt: benoem dan ook wat je wilt bereiken met dat plan, en, last but not least, welke partners je daarbij nodig hebt en betrek ze vanaf het begin.
dirkb plaatste deze reactie om 30 oktober, 2015
de foto's van zwolle en groningen ondersteunen het betoog niet: sterk verouderd door investeringen die er inmiddels plaatshadden
Eugeneflive plaatste deze reactie om 05 april, 2023
Very good info. Appreciate it! top resume writing services 2020 https://hireawriterforanessay.com mba dissertation writing https://custompaperwritersservices.com