Parijs - de compacte stad volgens Haussmann

Blog - 19 oktober 2017

Een paar maanden geleden verscheen er een prachtwerk over de ingenieur die in opdracht van keizer Lodewijk-Napoleon anderhalve eeuw geleden zijn stempel op Parijs drukte, Baron Georges-Eugène Haussmann (1809-1891). Of misschien beter gezegd: zijn denkbeelden in de stad kerfde. En wel op een zodanige manier dat het stadsbeeld er nog steeds vergaand door bepaald wordt.
‘Paris Haussmann’ is een smulboek met pagina na pagina schitterende lijntekeningen van bouwblokken, gevels en details. Het is bovendien een gedegen analyse met een overvloed aan gegevens in plattegronden en tabellen. En minstens zo de moeite waard is de eigenlijke agenda van de auteurs die bij het lezen langzamerhand aan het licht komt: hun fascinatie betreft niet de schoonheid van de stad met zijn assen en pleinen op zichzelf, maar vooral de combinatie van die schoonheid met een extreem hoge dichtheid van bebouwing en bevolking. Hoe maak je dat, hoe zit het in elkaar en hoe krijg je het voor elkaar?

De keizer en de baron
Haussmann verrichtte zijn werk voor Parijs in opdracht van Lodewijk-Napoleon (Napoleon III). Haussmann, de planner, werd in zijn dadendrang gesteund door de keizer, niet alleen moreel, maar ook door middel van allerlei noodzakelijke decreten, zoals de annexatie van omliggende gemeenten nodig voor het opvangen van de explosief gegroeide bevolking die weg moest uit het te saneren centrum.
Het ging de keizer en zijn stedenbouwer om verbetering van Parijs op 3 fronten: verfraaiing, ontsluiting, sanering in de letterlijke betekenis van ‘gezond maken’. De groeiende armoede en de extreme bevolkingsdichtheid in combinatie met een gebrek aan hygiëne, voedsel, schoon water en vuilnisafvoer vereisten drastisch ingrijpen. De verfraaiing van de stad ging dus hand in hand met de sanering. Alleen maar nobele drijfveren. Een win-win avant la lettre.

Een interessant verschil met veel qua doel en qua schaal vergelijkbare operaties in de 2e helft van de 20e eeuw. Ook die ingrepen gingen om ontsluiting en sanering, maar het functionalisme had schoonheid als doel taboe verklaard. Nog steeds worden veel doorbraken uit jaren 60 en 70 als wonden in de stad ervaren, als verlies van sfeer en stadsschoon - de taal van het functionalisme heeft zich vaak niet kunnen verzoenen met historische steden.

Schootsvelden
In het nieuwe boek geen woord over de mogelijke militaire betekenis van de operatie Haussmann. Streefde de keizer niet vooral overzichtelijkheid na om het morrende volk in bedwang te kunnen houden, door met uitgekiende schootsvelden de stad te kunnen controleren, tot en met de doelbewust schuin in plaats van haaks door zijstraten aangesneden blokken? Dat is toch wat we, in een andere tijd, lazen bij Lewis Mumford in zijn standaardwerk ‘The history of the city’. Zochten hij en zijn tijdgenoten overal wat achter? Als een plan het resultaat is van een dictatoriale droom, dan kan het niet goed zijn, dan moeten er wel immorele motieven aan ten grondslag liggen. Spiro Kostoff besteedt er later in ‘The city shaped’ weinig aandacht aan.

Maar inmiddels is zelfs Le Corbusier van zijn voetstuk gevallen, ontmaskerd als dubieuze denker met fascistoïde trekken of sympathieën. En in zijn toekomstvisies zou dat bij nader inzien ook wel doorschemeren. Bij Haussmann, die een eeuw eerder leefde en werkte, is ‘het foute’ misschien makkelijker vast te stellen, een andere tijd met andere mores.

Sociaal drama
Dat zich in het 19e-eeuwse Parijs een sociaal drama heeft afgespeeld in combinatie met een meedogenloze (of onontkoombare?) gentrificatie staat wel vast. Hoewel de stad er prat op ging het aantal woningen fors te laten toenemen, werden ontegenzeggelijk de armen zonder scrupules uit hun huizen en hun buurten verdreven. Het aantal huizen nam toe, maar de huren stegen enorm, en het aantal bewoners per woning of per vierkante meter was na Haussmann een fractie van ervoor. Maar dat zou toch een keer moeten - had de armoede nog verder moeten doorwoekeren tot een of andere enorme uitbraak van ziekte, of opstand? Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. De armoede werd verplaatst, niet opgelost.

Plan de Turgot
Verdween daarmee ook het middeleeuwse Parijs, of werd het door de nieuwe boulevards alleen in stukjes gesneden? Als je het Parijs van Haussmann vergelijkt met het Plan de Turgot, de schitterende isometrische vogelvluchtkaart uit 1739, is er toch veel herkenning. Het plan Haussmann is natuurlijk eigenlijk een fase in een zich ontwikkelende wereldstad. Er waren daarvoor al heel wat grandioze plekken’: de Tuileriën waren er al, Palais Royal was er al, Place des Vosges was er al (toen nog Place Royale), Palais en Jardin du Luxembourg waren er al. En ook de aanzet van de centrale as van de Champs Elysées. Was Parijs nog niet grandioos genoeg? Hoe drastisch en revolutionair ook, toch borduurde Haussmann door op een stedelijk patroon waar de kiem voor het grandioze al gelegd was. Hij verbond en verbreedde bestaande wegen tot doorgaande assen.

Het grandioze
Maar er was (veel) meer. Het Parijs van Haussmann is een ‘Gesamtkunstwerk’, van het netwerk van Boulevards, met de samenhangende architectuur van de straatwanden en de plattegronden van de bouwblokken, tot en met de reclamezuilen en de kiosken doordacht en ontworpen. Stimulerend voor ontwerpers, je krijgt zin om er weer tegenaan te gaan. Want het kan dus, een samenhangend ontwerp van de stad als geheel tot en met het kleinste detail. Het kan, een supercompacte stad die functioneert, en waar het prettig vertoeven is, gebouwd op basis van een sterk plan. Grip op de straatwanden inclusief wat er achter zit, de woningen op de verdiepingen en de commercie in de plinten. De interactie tussen de straten en de blokken, de indeling van de wegprofielen in een zinnige hiërarchie. De inrichting met verlichting en andere elementen, kiosken (en reclame) naar de juiste plekken gedirigeerd en aantrekkelijk vormgegeven. Zover kun je dus gaan. Of kon …. is dit iets uit andere tijden? Want het is natuurlijk een totaal top-down plan. Wat dan te doen met het inspirerende voorbeeld? Hoe kan dan in onze tijd ‘het grandioze’ nog tot stand komen. Hoe kan een grandioos plan de democratie overleven? Een grootse visie, een strak plan heeft een autoriteit nodig die het doordrukt. Als het grandioze er eenmaal is zou niemand het meer willen missen, maar als het nog gemaakt moet worden is de vraag: Ten koste waarvan gaat het dan?

Tekeningen en tabellen
In het boek wordt het allemaal teruggebracht tot de rustige en neutrale abstractie van zwart-wit lijntekeningen: plattegronden, aanzichten en profielen, van overzichten van de hele stad voor en na Haussmann tot en met de details opnieuw uitgetekend. Het grafisch fileren en uiteenrafelen levert prachtige beelden op. De rangorde der straten, pleinen en bouwblokken. De blokken met een voor ons ongekende compactheid. En fraaie grafische vergelijkingen met andere steden in de wereld, die het qua dichtheid allemaal tegen Parijs moeten afleggen. Daar komt ook die fascinatie van de auteurs naar voren voor de supercompacte stad die Parijs is. Hun behoefte aan te tonen dat een fraaie, en aangename, dichtbebouwde en bevolkte stad gemaakt kan worden. Daarvoor hebben zij tot en met de woningplattegronden, met hun ontsluitingen, binnenhoven, daglichttoetreding, alles geanalyseerd en getekend. Want je moet er ook kunnen wonen.

We laten de mensen even voor wat ze zijn (want die zijn in het boek niet te zien) en genieten van de pracht van de tekeningen die voor dit boek zijn vervaardigd en van de rijkdom van het werk van Haussmann en zijn assistenten. Uit een tijd dat zonder veel scrupules een top-down plan werd geconcipieerd en uitgevoerd. Waarbij het ontwerp, inclusief de schoonheid van het grote gebaar, de rol kreeg die het toekwam. Een merkwaardige mengeling van bewondering en verwondering.
Totdat we in het boek het leven op die boulevards en in de gebouwen te veel gaan missen, de mensen, het licht, de geluiden, de dynamiek. En we willen ervaren hoe na de ingrepen van Haussmann de stad verder groeide. Dan moeten we dus nodig weer eens naar Parijs.

 

PARIS HAUSSMANN, door Benoit Jallon, Umberto Napolitano en Franck Boutté, 2017 Parijs en Zürich 

 

TERUG

DELEN

Uw reactie plaatsen: