De erfenis van Rotterdam-Autostad

Blog - 26 februari 2020

Als een erflater meer schulden dan bezittingen heeft, kun je als erfgenaam de erfenis weigeren. Maar met de erfenis van de Autostad zal Rotterdam moeten dealen, daar is geen ontkomen aan en dat kost wat. Rotterdam, die stad waar je via wezenloze autowegen van plek naar plek rijdt, daar kom je niet gratis vanaf. 

Het is een illusie te denken dat je fietsstad kunt worden alleen door de fiets en de fietser een handje te helpen, zonder dat daarvoor ruimte wordt gebruikt die nu door de auto in beslag wordt genomen. Steeds ligt de weg van de minste weerstad voor de hand: fietsvoorzieningen die ruimte van de voetganger of groen in. Beslag nemen. Daarmee neemt het autoverkeer niet af. De praktijk is weerbarstig.

Kostbare erfenis
Vandaag over het Rotterdamse wegprofiel, onderdeel van die kostbare erfenis. Is het Rotterdams? Het komt in andere steden ook voor, maar Rotterdam is er wel erg rijkelijk mee bedeeld. Ik bedoel die straten waar een strook rood asfalt met een streeplijn erlangs tussen de rijbaan en de parkeerstrook ligt. Daar staan van die witte fietspictogrammen op, maar het is geen fietspad. Het profiel van deze Rotterdamse straten is meestal symmetrisch opgebouwd. Het bestaat uit een trottoir grenzend aan de gebouwen of aan de tuinhekken, dan een stoeprand, een parkeerstrook, een fietsstrook en dan de rijbaan voor gemotoriseerd verkeer. Vaak ook tramrails, niet op een vrije baan. Je treft het op veel plekken in de stad aan, in de wijken, de verkeersaders naar het centrum en in het centrum zelf. De Straatweg, De Benthuizerstraat, de Bergweg, de Weissenbruchlaan, maar ook de Karel Doormanstraat, de Van Oldenbarneveltstraat, de Nieuwe Binnenweg. Er zijn er nog veel meer. Het zijn veelal drukke doorgaande wegen, winkelstraten ook, die dus geen vrijliggend fietspad hebben.

Multifunctioneel fietspad
Wie heeft dit bedacht: een verkeerskundige? Een landschapper? Is hier een ontwerper aan te pas gekomen? Iemand die wel eens op een fiets heeft gezeten?

Officieel zijn het dus fietsstroken. Maar wat is de praktijk? Deze stroken rood asfalt zijn multifunctioneel, de uitwijkzone voor alles wat je niet wil tegenkomen op een fietspad. De vrees van alle ouders van basisschoolkinderen. De schrik van elke fietser. Want wat gebeurt daar allemaal? Om te beginnen is het een handige strook voor vele soorten putdeksels en dat fietst niet lekker. Als de straatkolken verstopt zijn met het vuil dat als vanzelf op de fietsstrook terechtkomt, staan ze bij buien onder water. En bij werkzaamheden is gewoon de fietsstrook geblokkeerd en niet de autorijbaan.

De strook waar…
Verder is het de strook waar automobilisten die uit een zijstraat komen alvast de neus van hun auto op laten zakken, onzeker of ze moeten stoppen of rijden. Het is de strook waar de auto opstaat die (achteruit) gaat inparkeren (dat kan niet anders), het is de strook waar de bestuurder zijn portier openslaat om uit te stappen. Soms zonder te kijken zodat je als fietser plotseling de rijbaan op moet zwenken, een noodstop maken, of erger.

Het is de strook die als uitvoegstrook wordt gebruikt door automobilisten die verderop rechtsaf willen slaan. Het is de strook waar men handig kan dubbelparkeren waardoor fietsers moeten uitwijken naar de rijbaan en net of net niet over de rechtertramrail moeten. Het is de strook waar chauffeurs die moeite hadden met het inparkeren van hun dikke SUV een half metertje van meepakken.

Het is de strook die trampassagiers moeten kruisen om in of uit te stappen. Het is de strook waar auto’s rechts de tram inhalen. Het is de strook die bestelbusjes, vrachtauto’s werkverkeer gebruiken om te laden en te lossen. Het is de strook waar je het geloste bouwmateriaal een paar dagen kwijt kunt. Het is de strook waar bouwafvalcontainers geplaatst worden. Het is de strook waar taxichauffeurs met draaiende motor op hun passagier staan te wachten.

Het is de strook waar automobilisten nog net even hun draaicirkel kunnen halen als ze opeens de andere kant op willen. Het is de strook waar na een kop-staart-botsing de glasscherven van de gebroken koplampen naar toe wordt geveegd, of die van de bierflesjes die mensen ’s nachts uit hun autoraampje gooien. De strook waarop 50 meter voor je zo’n knetterend en walmend brommertje rijdt dat je de adem beneemt. De strook waarin leidingen liggen en na een reparatie niet direct het asfalt wordt hersteld maar achteloos hobbelige betonklinkers in het gat worden gesmeten om het ‘tijdelijk’ te dichten.

Pak die ruimte
Is dat nou zo erg? Is het een mooi voorbeeld van intensief ruimtegebruik? Zoals met veel dingen in het verkeer gaat het allemaal meestal net goed. Want fietsers zijn super-alert en te inschikkelijk. Uit lijfsbehoud. In Parijs zijn dat soort stroken ook nog tegelijk de busbaan waar ook taxi’s op mogen, dus het kan nog erger.

Maar goed is het niet. De would-be fietsstad onwaardig.

Het is kostbaar om het te veranderen. Al die straten, waarvan een aantal recent nog opgeknapt, waarna je denkt: “is die fietsstrook nou 10 centimeter breder geworden of is dat gezichtsbedrog? Of subtiel achter de tramhalte is omgeleid. Maar de lantaarnpalen en de masten van de bovenleiding van de tram staan nog op dezelfde plek, tussen de parkeerplaatsen, zodat die zone eigenlijk nergens anders voor kan worden gebruikt en de parkeerplaatsen ook niet elders in het profiel passen. Een werkelijke verbetering gaat dus ten koste van iets. Van de parkeerplaatsen of van andere ruimte die nu door de auto’s gebruikt wordt.

En dat is dan het goede nieuws: De autostad die we ten grave dragen had nog iets kostbaars in bezit, dat de erfenis weer in een heel ander licht zet. En dat in een enorme hoeveelheid: Vierkante meters. Ruimte! Rotterdam, pak die ruimte.

TERUG

DELEN

Uw reactie plaatsen: