Dubrovnik: een strak plan
Blog - 14 november 2016In de stadspoorten van de ommuurde stad Dubrovnik zit een ingenieuze bajonet: Je loopt door de hoofdpoort, maar dan ben je nog niet binnen, je komt in een tussenruimte, waar een volgende poort zichtbaar is, maar niet recht tegenover de buitenpoort. Voor ongewenste indringers een lastig te nemen barrière. Voor de toerist een uitstel van het moment suprème. Pas wanneer je eenmaal door die tweede poort komt, openbaart zich een van de mooiste stadsstraten van Europa: Stradùn. Een straat, of misschien een langgerekt plein. De perfecte stedelijke ruimte, goed van verhoudingen, met duidelijke richtingen en begrenzingen, het perspectief bepaald door de klokkentoren van het stadhuis en die van het Franciscaner klooster. Door een minieme knik in de rooilijn spannend en met een subtiele verbreding. Vrij van autoverkeer, en altijd levendig. Het is er nooit meer zo leeg als op die dramatische foto’s uit de oorlog van 1991-92.
Na een periode van overheersing door Venetië was Dubrovnik onder de naam Republica Ragusa van de 14e tot de 18e eeuw zelfstandig, en ontwikkelde er zich een zelfbewuste aristocratie, die de touwtjes stevig in handen had in de regio en op zee. Tegen de heftige aardbeving van 1667 was de stad minder goed bestand, het centrum moest vrijwel geheel opnieuw worden opgebouwd. Zelfstandig blijven had de hoogste prioriteit en dus werd de zogenaamd vriendelijk aangeboden hulp van rivalen Venetië en Turkije afgeslagen. Om de stad toch snel te kunnen herbouwen moest dat met een superstrak regime. Goed doordacht, efficiënt. ‘Sober en doelmatig’ zou in het programma van eisen hebben kunnen staan. Met een keiharde regie op beeldkwaliteit. Een snel, simpel en strak plan dus, maar tegelijk grandioos, met visie, en duurzaam. Want het resultaat staat er nog, is terecht Unesco werelderfgoed, overleefde de balkan-oorlog van eind 20e eeuw en is daarna, met een zelfde soort vastberadenheid en regie als na de aardbeving, gerestaureerd. Economisch gedreven - het toerisme, belangrijkste inkomstenbron van de jonge staat Kroatië, moest zo snel mogelijk weer op gang komen - maar niettemin. En, in dit laatste geval werd de aangeboden financiële en logistieke ondersteuning - van Unesco - in dank aanvaard.
Het betreden van Stradùn vanuit een van de dubbele stadspoorten geeft een bijzondere ontroering, de ervaring dat alles klopt, alles op zijn plek valt. Zó maak je een stad, een straat. Zo simpel is het.
Stradùn is van een overrompelende schoonheid die iedere bezoeker ervaart. Daar hoef je echt geen stedenbouwkundige voor te zijn.
Maar eigenlijk is dat vreemd, in aanmerking genomen wat veel mensen te zeggen hebben over schoonheid en over hoe je in de stad moet bouwen. Want dan gaat het vaak vooral over variatie, minder regels, vrijheid voor de burger en de ondernemer. Terwijl Stradùn zijn schoonheid dankt aan uniformiteit en de kracht van de herhaling. Terwijl Stradùn juist het resultaat is van strakke regie, strenge regels, veel van hetzelfde, maar alles op de juiste schaal, van de juiste afmetingen, materialen, kwaliteit. Schoonheid en kwaliteit die sinds de 17e eeuw stand houden tot nu, ondanks vele rampen, aardbevingen, stadsbranden, oorlog.
De uniformiteit gaat veel verder dan de witte natuursteen waaruit zowel de gevels zijn opgetrokken als de bestrating is gemaakt. Verder dan de gelijke breedte en gelijke goothoogte van de gebouwen. Dezelfde ramen met dezelfde luiken in dezelfde blauwgroene kleur geverfd. Ook de indeling van de gevels is van een groot aantal naast elkaar gebouwde panden gelijk. Langs de hele Stradùn hebben alle winkels, café’s en restaurants dezelfde puien: onder een halve cirkel een deur en een raam met stenen borstwering. Vier naast elkaar per pand. Geen reclame. Alleen binnen de beperkte ruimte van het raamkozijn kan een bescheiden etalage worden ingericht. De enige toevoeging wordt gevormd door straatlantaarns en de zonneschermen: uitvalschermen aan de gevel en op enkele plekken vrijstaande parasols. De hele hoofdstraat van Dubrovnik heeft geen enkele winkel met reclame op de gevel. Mag niet. Is mooier zonder. Simpel. Snapt iedereen. Houdt iedereen zich aan.
Of, zoals de Amerikaanse architecten Cathi en Steven House in hun prachtige boek “Mediterranean Villages” het beschrijven: “ “No detail in Dubrovnik competes for individual attention. Each offers its modest beauty as an integral part of the whole that is this unique and harmonious city.”
Op elke luchtfoto van de stad is die krachtige eenvoud zichtbaar en is Stradùn daardoor herkenbaar.
En dan nog iets: Er rijden geen auto’s in de oude stad, dus er is geen noodzaak om van grotere afstand bij grotere snelheid je winkel zichtbaar te maken. Cathi en Steven House: “This is a place of pedestrians. Every step reveals new compositions in windows, doors, moldings, a stimulating and inspirational dialogue with the past and the present, every encounter a memory to keep” ….
Is dit een pleidooi voor strenge regels? Ja. Maar regels voor stadsschoon, dat is maatwerk. Geen uniformiteit. Elke stad stelt zijn eigen eisen. Dat betekent het ontwerpen van een minutieus plan. Nee hoor, geen blauwdruk, maar wel visie en regie. Met een stedenbouwkundig plan dat, per definitie, dynamiek toelaat, maar dan zo dat die het stadsschoon niet schaadt. Of de dynamiek binnen de kaders van zo’n Dubrovnik’s winkelpuitje past, of vrijheid vergt binnen de grenzen van een heel bouwblok, dat zal per stad verschillen. De middeleeuwse binnenstad van Dubrovnik is na de aardbeving van 1667 met strakke regie herbouwd, na de oorlog van 1991-92 in zijn geheel als monument gerestaureerd en wordt nu als Unesco-werelderfgoed streng bewaakt. De uitgangspunten en de middelen kunnen verschillen, maar al onze historische steden verdienen diezelfde aandacht en kwaliteit.
Blog, schetsen en foto's Matthijs de Boer, 2016