Onderzoek ´openbaar interieur van de stad´
Veel ruimten waar de stad zich als ontmoetingsplaats manifesteert zijn geen straten of pleinen, maar plekken die als interieur te beschouwen zijn zoals een bibliotheek, warenhuis of station. Hoewel deze ‘openbare interieurs’ feitelijk privé gebied zijn, functioneren ze toch als onderdeel van het publieke domein en hebben als zodanig de stad en de stedeling veel te bieden.
Matthijs de Boer Stedenbouw onderzoekt hun toekomstkans. Openbare interieurs zijn ruimten die voor iedereen toegankelijk zijn terwijl ze feitelijk misschien particulier eigendom zijn. Ze nodigen uit tot informeel gebruik. Ze bieden comfort en beschutting tegen weer en wind. Ze bemiddelen tussen het openbare gebied en de particuliere wereld. We hebben het over de grote warenhuizen, stations, stadhuizen, bibliotheken, postkantoren. Deze openbare interieurs staan onder druk. Controle en beveiliging kunnen bijvoorbeeld de toegankelijkheid verminderen. Anderzijds zijn er actuele plannen in Rotterdam zoals de markthal, de kubus aan de Coolsingel en het nieuwe stadskantoor waarin openbaar interieur een belangrijke rol speelt.
Openbaar interieur van de stad is een project gesubsidieerd door het stimuleringsfonds voor architectuur, met bijdragen van Multi-vastgoed, Proper-stok ontwikkelaars, NS Poort, ProRail en Bureau Spoorbouwmeester.
TERUGDELEN
Specs
- Programma: onderzoek architectuur / stedenbouw
- Datum: 2009
- Partners: Scheurwater van den Hoven, Équipe voor architectuur en urbanisme, Mei architecten en stedenbouwers
- Opdrachtgever: voor Architectuur, NS Poort, Pro Rail, Buro Spoorbouwmeester, Multi Vastgoed, Proper-Stok
Werkvelden
Onderzoek en onderwijs , Ruimtelijke visies
Team
ir. Matthijs de Boer, ir. Astrid Kockelkoren, ir. Marloes Boutkan, ir. Monique Urselmann, ir. Anneloes Blankendaal, ir. Gerben Booltink
Keywords
publiek interieur , ontmoetingsplek , publiek domein , binnen , buiten , informele route , informeel gebruik